Hoe bouw ik een relatie met mijn kind?
Stress hanteren
In deze situatie heeft Jocelyn een ‘stress-uitschieter‘. Dat heeft iedereen wel eens. Bijvoorbeeld als je heel erg schrikt of als iemand iets doet wat heel naar is. Je kunt naar boven of naar beneden uitschieten. Kijk maar naar dit plaatje:
Een beetje stress is goed, want het helpt ons om actief en oplettend te blijven. Zolang je maar in het groene gebied blijft, dus zonder uitschieters, kun je goed blijven nadenken over wat je doet en hoe je dat doet. En kun je blijven nadenken over wat het effect op anderen is van wat jij doet.
Je stressraam: Window of Tolerance
Ieder mens heeft een bepaalde spanning nodig om de dingen te doen die nodig zijn. Deze spanning blijft binnen het ‘stressraam’. Dan kun je rustig blijven nadenken, een planning maken enzovoorts. Bij gevaar geeft je brein een sterk teken: gevaar! In het lichaam vindt een alarmreactie plaats. De spanning gaat dan snel omhoog. Als de stress te groot wordt, kom je in het rode gebied. Je verliest de controle. Je reageert wel, maar je reacties zijn fel en heftig en zonder controle. Of je komt in het onderste grijze gebied. Dan verlies je jezelf ook, maar je reageert niet meer. Je lijkt verdoofd, of bevroren…. Alsof je er niet meer bij bent. Het kan voor je kind moeilijk of verwarrend zijn wanneer je langere tijd nauwelijks reageert. Je kind kan hierdoor angstig worden en zich terugtrekken of juist veel harder proberen om de aandacht te krijgen.
Oefening
Kijk naar een filmpje over het stress-raam
De video is een animatie over kinderen, maar legt de ‘Window of Tolerance’ goed uit. Als volwassene herken je jezelf er ook direct in!
Jocelyn en Abby
Het gedrag van Abby herinnert zijn moeder aan heel nare gebeurtenissen. Deze herinnering geeft haar zó veel stress dat ze reageert zonder na te denken. Ze gaat schreeuwen. Ze is in het rode gebied.
Bij Abby geeft dat ook stress. Hij is klein en kan nog niet goed zeggen hoe het voor hem is. Misschien wordt hij bang en kan hij niets meer doen. Hij komt in het grijze gebied en trekt zich terug. Misschien hoort hij zijn moeder niet eens meer.
Jocelyn voelt zich een slechte moeder en een slecht mens. Dit geeft ook weer stress, en het maakt haar boos op Abby. Ze denkt dat hij haar expres boos maakt, of ze denkt dat hij alle slechte eigenschappen van zijn vader heeft. Het is moeilijk om nog iets positiefs te zien.
Jocelyn en Abby zitten samen in een negatieve cirkel waar ze moeilijk uitkomen.
Als je ook wel eens ervaart dat je met je kind in een negatieve cirkel zit, kunnen onderstaande oefeningen helpen. Kies de oefening(en) die passen bij jouw situatie.
Oefening
Om in het groene gebied te blijven
Om niet in het rode gebied te komen, helpt het om rustig te worden door even aan iets anders te denken, al blijf je nog in dezelfde ruimte. Bijvoorbeeld door je aandacht te houden op je ademhaling. Verander eerst van houding: Als je staat, ga dan even zitten. Leun met je rug tegen de stoel en zet je voeten naast elkaar voor je op de grond. Voel hoe je zit en adem dan uit door je mond, alsof je door een rietje uitblaast. Knijp je handen samen, ontspan ze en leg ze gespreid op je bovenbenen.
Om niet in het onderste grijze gebied te komen kan het juist helpen om iets te doen wat jou een beetje oppept. Bijvoorbeeld een pepermuntje eten, of een schijfje citroen. Of naar het raam gaan en frisse lucht inademen.
Beide dingen moet je op tijd doen, want de overgangen van het ene naar het andere gebied gaan snel! Oefen er maar een beetje mee op een moment dat je geen of weinig stress voelt, dan denk je er eerder aan als je het nodig hebt.
Oefening
Voor een positiever beeld van jezelf als moeder
Perfecte moeders bestaan niet. Je kunt op een vriendelijke manier tegen jezelf zeggen: “Dat deed ik niet goed. Jammer, maar er zijn ook dingen die ik goed doe.” Probeer een moment te bedenken dat jij en je kind het samen leuk hadden en maak daar in gedachten een foto van. Onthoud dat beeld en probeer meer van zulke momenten te maken.
Oefening
Op verschillende manieren kijken naar je kind
Neem even de tijd op een rustig moment. Ga zitten, ontspan en zeg iets aardigs tegen jezelf. Denk daarna aan iemand die jij aardig vindt en vertrouwt en die jou en je kind kent. Kijk eens met de ogen van deze vrouw of man naar je kind. Wat ziet zij/hij? Welke positieve eigenschappen zou zij/hij beschrijven? Herhaal dit een paar keer, ook met andere mensen die jou en je kind kennen.
Als Jocelyn deze oefening doet denkt zij aan een goede vriendin die vindt dat Abby een doorzetter is en dat hem dat nog ver zal brengen. Ook heeft zij wel eens gezegd dat hij haar ogen heeft.