Jij mag er zijn!
Identiteit
Identiteit... Wat is dat? Identiteit is je unieke zelf, iets wat je hele leven van jou blijft. Wie je bent en hoe je denkt. Je identiteit bestaat uit veel dingen, zoals de dingen die je hebt meegemaakt en wat je daarvan hebt geleerd. De dingen in het leven die je belangrijk vindt en hoe je daarmee omgaat. Denk maar aan een bloem, bijvoorbeeld een roos. Geen roos is hetzelfde, iedere roos ontwikkelt zich van knop naar bloem op een unieke manier. De blaadjes zijn in alle fasen van de roos dezelfde blaadjes, maar ze kunnen er anders uitzien en anders ruiken.
Misschien ben je bang dat je net als je vader bent. Dat is niet zo. Ieder mens heeft zijn eigen identiteit en die bestaat uit méér dan de eigenschappen die je meekrijgt. Je wordt ook gevormd door belangrijke mensen om je heen, de dingen die je meemaakt en je gezondheid.
Oefening
Dromencollage
Maak een poster die heet: ‘Ik in mijn wereld’. Zoek naar plaatjes, foto’s en uitspraken die jij mooi en goed vindt, in oude tijdschriften, op internet of met foto’s die je zelf maakt.
Het kan gaan over je favoriete sport, je favoriete serie of dingen die je nog eens wilt doen. Knip ze uit, of print de plaatjes uit, bijvoorbeeld in de bibliotheek of bij iemand die je kent. Plak ze mooi bij elkaar op een groot vel papier. Je kunt er ook bij schrijven en tekenen. De poster laat goed zien wie jij bent en wat je wilt!
Als het met printen en papier niet gaat, kun je ook een poster in je computer maken of een fotocollage met je telefoon.
Jouw achtergrond
Geadopteerde kinderen hebben ons verteld hoe belangrijk het voor hen is om te weten waar ze vandaan komen. Veel kinderen willen weten wie hun biologische ouders zijn, bij welke cultuur ze horen en waarom ze geadopteerd zijn. Het antwoord op deze belangrijke vragen kan helpen bij het vormen van een eigen identiteit. Misschien wil jij ook graag weten: waar komt mijn vader vandaan, wat is er gebeurd en waarom? Het moet moeilijk zijn om misschien wel nooit een antwoord te krijgen of maar een half antwoord. Bedenk dan dat jouw identiteit vooral gevormd wordt door het deel van je geschiedenis dat je wél kent en minder door het deel dat je niet kent.
Oefening
Logo
Belangrijke families hadden vroeger hun eigen ‘familiewapen’: een symbool voor hun familie. Ze gaven dat van generatie op generatie door. Bijvoorbeeld als het een vissersfamilie was, dan zou er de afbeelding van een vis in het wapen staan. Als jij een wapen maakt voor de familie en uitgaat van de geschiedenis die je wél kent: welke symbolen komen er in jouw familiewapen?
Bekende merken hebben hun eigen logo. Denk maar aan het Nike-teken. Iedereen kent dat. Als jij een logo voor jezelf zou kunnen maken, hoe ziet dat eruit?
Verbondenheid
Het bij iemand horen is ook belangrijk voor de vorming van een identiteit. Ieder mens wil zich verbonden voelen aan een of een paar mensen. De band met je moeder begint al als je nog in haar buik bent. Een band heb je niet alleen met je moeder, maar krijg je ook met andere mensen, zoals familieleden of goede vrienden. De band die je hebt met anderen, maakt je sterk in je leven. Je hoort bij elkaar, maar staat wel ‘op eigen benen’. Zo kun je zelf beslissingen nemen, nadenken over de keuzes die je wilt maken en verantwoordelijkheid (leren) dragen.
Oefening
Video's bekijken
Bekijk de volgende clips voor meer informatie over het leven in de baarmoeder en de invloed daarvan op de rest van het leven.
Video: Gyllenhaal, K.M. (Regisseur). (2015). In Utero.
Oefening
Cirkel van verbondenheid
Denk eens: Aan wie zou je iets heel persoonlijks kunnen vertellen? Als je je bang voelt, naar wie ga je dan? En als je blij bent? Wie begrijpt jou goed? Grote kans dat deze persoon iemand is met wie jij je verbonden voelt!
Pak een blaadje en schrijf je eigen naam in het midden. Maak daaromheen drie cirkels: in de kleinste cirkel staat jouw naam. Schrijf nu bij jouw naam een of twee namen van mensen die je het meest vertrouwt. In de cirkel daaromheen schrijf je de namen van mensen die je vertrouwt en naar wie je toe kunt als er in de binnenste cirkel even niemand voor jou kan zijn. En in de buitenste cirkel schrijf je de namen van mensen die oké zijn en bij wie je later aan zou kunnen kloppen.
Stevig op eigen benen
Autonomie betekent ‘op eigen benen staan’. Als je autonoom bent vertrouw je op je eigen denken en eigen doen. Daarbij hou je rekening met de ideeën en wensen van anderen.
Op je eigen benen gaan staan leer je in de loop van de tijd. Als je meer zelfstandig dingen gaat doen, leer je te vertrouwen op jezelf en je eigen mogelijkheden. En je leert dat verbondenheid met anderen altijd belangrijk blijft. Daardoor vergroot je ook weer jouw eigenheid, wie jij bent!
Oefening
Stevig op eigen benen
Door aandacht te hebben voor je eigen mogelijkheden, ervaar je dat je stevig op eigen benen kunt staan. Sta de komende weken bewust stil bij de dingen die goed gaan. Bijvoorbeeld als je een doelpunt scoort, als het danspasje wat je oefent slaagt, als het je lukt om op tijd thuis te zijn of als je aandacht hebt voor een vriend(in). Houd het moment even in je hoofd vast. Welk compliment zou je een vriend(in) hiervoor geven? Durf je jezelf dat compliment te geven?